Een weekendje naar Scheveningen

Begin November 2007 zijn Mies en ik een weekendje weggeweest. Naar Scheveningen. En dat was heel goed..

Naar het Mauritshuis en naar huis
18 november 2007

Scheveningen - Den Haag. We gaan de stad in. Slenteren wat rond, komen op het Binnenhof terecht en lopen dan het Mauritshuis binnen. Er hangen Rembrandts, en Vermeers, en schilderijen met tulpen en portretten. Allemaal prachtig, maar de Vermeers en de Rembrandts knallen er uit. En dan gaan we weer naar huis. Met de tram en de trein en de bus en de trein en de auto. Om kwart voor zes zijn we er weer.

Langs Kooman en de haven. In het museum
17 november 2007

Scheveningen - Den Haag. We gaan langs bij Koomans poppentheater. Maar eerst lopen we over de pier. Ik zie vogels: Drieteenmeeuwen. 't Poppentheater zit in een oud herenhuis. We worden vol egards ontvangen. Daarna gaan we naar de haven, wat eten. We eten goed maar er vliegt geen Grote Burgemeester over. En dan gaan we de stad in. Naar het Gemeentemuseum. Het is goed om weer eens een Monet te zien. We gaan naar de film, eten, en gaan naar bed.

Kluiven en in slaap vallen
16 november 2007

Scheveningen. We lopen langs de donkere boulevard. De flats rijzen hoog op langs de kust. In de verte schitteren de lichtjes van boten. Langs de boulevard liggen allemaal eetcafé's. Het is koud en donker. Boven op het Kurhaus wappert een vlag in het licht. Dat mag niet, die moet gestreken zijn vind ik. Op het strand grommen shovels die een motorrijbaan aanleggen. We gaan eten in Toff; Mies een lasagne, ik denk dat ik kip bestel maar het blijken ribbetjes te zijn in zware zoete sojasaus. Onhandig, maar wel lekker. Mies drinkt drie glazen wijn en valt dan om. We lopen nog naar de zee en gaan dan naar het hotel.

Half negen: we zijn er
16 november 2007

Scheveningen. Het gaat allemaal heel soepel. De tram staat klaar bij het Centraal Station. Op het eind van de lijn stappen we uit, vlak bij het hotel. We checken in. Met onze kamer is niks mee (en er is ook niks overdrevens aan) - en dan zijn we er dus. We gaan een hapje eten op de strandboulevard of zo, we zien wel.

Treingemopper: er is geen plek
16 november 2007

Assen - Beilen. De trein lijkt vol. Het is natuurlijk spitsuur. En overal lopen mensen. Ik mopper. Hadden we niet beter met de auto kunnen gaan? Op de eén of andere manier lijkt me dat romatischer (al had-ie dan wel even gewassen moeten worden). Mies is zeker: er komt heus wel plek. En dat is ook zo.

Jan thuis, Emma komt, we gaan
16 november 2007

Tynaarlo. Het is zover. Emma is er, alles is ingepakt, we kunnen. We zeggen dag tegen de kinderen en gaan. met z'n tweetjes, Scheveningen tegemoet.