Goudrandjes op het Hullenzand

29 juni 2004. Wijster. Het is niet goed afgelopen met de Goudrandloopkevers op het Hullen zand. Vorig jaar zijn er door dr. Rikjan Vermeulen en zijn kameraden enkele tientallen uitgezet - en daarvan hebben er maar zes de bloedhete zomer van 2003 overleefd. En ik moet zeggen: dat verbaast me niks. Als je ziet onder welke omstandigheden die beestjes zich in leven moesten houden!

We verzamelden ons vroeg op een parkeerplaats bij het Hullenzand: ik, cameraman Ton Sekuur, boswachter Popken van Natuurmonumenten en doctor Rikjan Vermeulen, loopkeverondezoeker uit Wageningen. Ik ga een reportage maken over Rikjans pogingen een zeldzame kever uit te zetten in een heideveldje. Rikjan zou er over vertellen. 't Bleek een goed verteller. Wist alles, werkelijk alles over kevers. Stelde ik hem een vraag over zijn Goudrandloopkevers, haalde hij er alles bij, sprak met volledige tussenzinnen en bijvoegsels, punt komma's en haakjes, en elke keer eindigde hij grammaticaal correct. Knap.

't Hullenzand is een klein heiderestje bij Wijster. 't Valt onder het ambitieuze plan Goudplevier van Natuurmonumenten: die wil daar een aantal heideveldjes aaneen smeden zodat er iets groots ontstaat waar misschien ooit in de verre toekomst insjallah Goudplevieren gaan broeden, dachten ze bij de presentatie: vandaar de naam. Dat van die Goudplevieren is achterhaald, maar het plan krijgt in hoog tempo vorm.

"Hei is een heel rijk biotoop" vertelde Rikjan "maar bijna alles is kapot gemaakt. Er zijn nog vier stukken. Vier stukken heide die min of meer gezond zijn zijn. Het BalloŚrveld, het Dwingelderveld, het Bargerveen en de heide bij Ruinen. De rest is allemaal gedegenereerd. Zijn snippertjes. Je kunt het zien aan de loopkevers. Als je een goeie mix van loopkeversoorten hebt heb je evenwicht. Vier stukken".

"Het mooie is" zei Rikjan "Je hebt allerlei soorten loopkevers: grote, kleine, soorten die vliegen, soorten die niet vliegen. De Goudrandloopkever is een grote soort die niet kan vliegen. Hij kan bovendien alleen leven in hei. Die soort zal dus nooit van de ene snipper naar de andere gaan. Ik heb ze gemerkt en terug gevangen, en dan zie je dat ze honderd, hooguit 250 meter rondzwerven. Als ze zich verspreiden, bijvoorbeeld naar een stukje heide een kilometer verder op, dan moet zo'n beest dus door een maisakker, na twee maand is-ie 250 meter opgeschoten en dan op sterven na dood, legt-ie eieren, die eieren moeten uitkomen, de larven moeten overleven in een maisakker, zich verpoppen, uitgroeien tot kevers en verder zwerven. Is uitgesloten. Deze soort, de larven ervan, die houden het nog geen dag uit in zo'n akker. Daar is gewoon niet het geschikte voedsel. Dus dat losse heideterreintje: dat haalt hij nooit van zijn leven". We lopen de proefcirkels af. Stukjes hei, gescheiden van de rest door een plastic scherm. In die cirkels zijn de Goudrandjes losgelaten. 25 per cirkel, gemerkte dieren. Rikjan hoopte dat ze zich voort zouden planten. Dat hij kevers terug zou vangen die niet gemerkt waren. Maar dat is niet gebeurd. Van de 25 kevers hebben er zes een jaar overleefd ("zie je wel - ze kunnen dus overleven") - maar jongen: ho maar. "Ik denk dat we gewoon pech hebben gehad" zegt Rikjan. "IK denk dat de zomer van vorig jaar te heet is geweest. Want we zien het ook op de andere heidevelden: op het BalloŚrveld vangen we ook veel minder goudrandloopkevers. Dus het is niet gek dat ze hier weg zijn". E„n van de proefcirkels is een bijna kaal stuk grond, pas geplagde hei met hier en daar een klein polletje Pijpestrootjes en wat beginnende sprietjes hei. Het moet hier afgelopen zomer een hel zijn geweest voor de kevers, dit stuk, blikkerend in de zon, kurkdroog, bloedheet, geen kant op. Leuk klimaat, die hei.

Voor de kevers op het Hullenzand is het over en uit. Rikjan en zijn medewerkers ruimen de plastic schermen op rond de proefgebiedjes. De Goudrandloopkever is hier niet meer - en zal uit zichzelf nooit meer terugkomen. "Eigenlijk zou je een hele grote plag uit een gezonde hei moeten steken - echt een heel groot stuk - en die hier naar toe brengen" zegt Rikjan. Of er geld komt voor een vervolg, is nog niet zeker.